Suïcidaliteit roept bij hulpverleners veel. Het thema is namelijk niet mis; leven of dood. We proberen dit te ontrafelen.
Eerst wat feiten. Het aantal geslaagde suïcides blijkt al jaren ongeveer hetzelfde te zijn. Wat we ook lijken te doen. Mannen hebben twee keer zoveel geslaagde suïcides dan vrouwen. In Nederland ongeveer 1800 per jaar. Ondertussen zijn er meer dan 100.000 pogingen tot suïcide. Ook weten we dat hulpverleners geen enkele voorspelling kunnen doen wie zich suïcideerd. Toch zijn er suïcide-risicotaxatie lijsten. Dat is toch raar! Houden we onszelf dan voor de gek? We proberen te ontrafelen.
Prof Kerkhof meldt dat geslaagde suïcides, via interviews van mensen die bij groot toeval toch zijn blijven leven na een poging zich van het leven te beroven, bijna altijd gepaard gaat met de klacht dat de patiënt gek wordt van zijn eigen hoofd. Van zijn constante piekeren van negatieve gedachtes. Hij krijgt zijn hoofd maar niet stil. Ook is opmerkelijk dat de patiënt in een enorm isolement is geraakt voor de poging. Hij is of voelt zich geheel alleen. Ook opmerkelijk is dat geslaagde suïcides zelden luid, appellerend, worden gemeld. Geslaagde suïcides vinden vaak in stilte, alleen, plaats. Kerkhof pleit ook om suïcidale gedachten open, transparant te bespreken. Een poging dat isolement te doorbreken. Dus bespreek het. Open en zakelijk.
We bespreken dat het benoemen van suïcidale gedachten niet moet leiden dat noodzakelijke behandeling niet te doen. EMDR, traumabehandeling etc moet zoveel mogelijk wel doorgang vinden.
We kennen wel een paar echte risicosituaties: depressie met schuldwanen, de postpartum psychose, de religieuze wanen waarin de patiënt zich meent te moeten opofferen en mensen met autisme die zien dat zij verstoken zullen blijven van de vaardigheid om goed contact te hebben met anderen. Dit zijn de mensen, eventueel gedwongen, opname met maximale suïcide preventie moet geschieden. Dus als mensen niet meer beschikken over een goed beoordelingsvermogen om over leven en dood te besluiten. Dan grijpen we in en proberen maximaal te behandelen en ondertussen veiligheid te organiseren.
Er lijken twee vormen van suïcidaliteit te zijn: de echte risicogroep, boven beschreven, en de groep die regelmatig zich suïcidaal uiten. De zogeheten chronische suïcidaliteit.
We bespreken de richtlijn suïcidaliteit van de NVvP. De 450 pagina’s lijken vooral over de eerste categorie te gaan en slechts 5 pagina’s over de chronische suïcidaliteit. Terwijl deze groep ons toch veel zorgen geeft.
Wie is die groep ‘chronisch suïcidale’? Bijna altijd is er sprake van onthechting. Borderline stoornissen zijn de meest bekende groep. Met hun stemmingswisselingen en momenten van wanhoop. Vaak in combinatie met automutilatie.
Over het aanvankelijk belonende (aandacht) en later destructieve van deze frequente uitingen. Marsha Linehan, een legende op gebied van borderline behandeling, bespreek dit destructieve karakter van het frequent uiten. Dat je daarmee je sociale omgeving van je afstoot. Terwijl dat contact juist de diep wens van de patiënt is. Dus het werkt averechts!
Jan Mokkenstorm, de oprichter van de zelfmoordlijn 113, bespreekt een aantal tips. Dat opnames vaak de situatie verergert; immers meer isolement. Opname is zeer stigmatiserend. In gesprek moet het volgens hem niet gaan hoe we de dood kunnen voorkomen, dat kunnen we immers niet, maar wat nu eigenlijk de wanhoop is. En hoe daar stappen in te maken is. Dat de patiënt moet leren met zijn wanhoop om te gaan en dat hulpverleners zeker in crisissettingen bijzonder slecht zijn in het geven van echte steun. Het is niet anders.
Laten we ons goed realiseren dat onthechte mensen bijna altijd oordeelsbekwaam zijn. En daarmee hun eigen verantwoordelijkheid hebben voor hun eigen veiligheid. Die moeten we niet willen overnemen. En alleen als het hoofd niet meer kan denken, zie boven, dan nemen we het dus over.
Een consequentie is dat wanneer mensen met de voorgeschreven medicijnen overdoses nemen, of die sparen, we die moeten staken. We gaan dus niet mee in destructie.
Over het, het wat raar aanvoelende, nut van tijd rekken tijdens een crisis. Wanhoop dooft namelijk vaak snel uit, zeker bij onthechte mensen. Dat je mensen ook kritisch mag aanspreken over suïcidale acties. Zie hierin vooral het werk van Marsha Linehan. Over het nut van vaardigheden om om te gaan met stemmingswisselingen. Met een concreet crisisplan met stappen die te nemen zijn. Werkbare stappen. Met vaardigheden om isolement te vermijden. Werk, sociale contacten beter managen en zorgen voor zingeving in het leven. Dat zijn de aandachtspunten. En daarin mag de hulpverlener appellerend zijn! Het moet!
Leestip: Jan Mokkenstorm: Voorbij de schijnveiligheid bij suïcidaliteit.